De beurzen blijven afgelopen weken maar doorbomen. Ondanks gevaren als het coronavirus, geopolitieke onzekerheid,… Zitten we in de euforische fase? Soms lijkt het zo, al zijn er enkele belangrijke elementen die duurdere markten ‘rechtvaardigen’.
Een eerste element is het in de titel genoemde fenomeen ‘TINA’. There Is No Alternative. Met de huidige lage rentestanden vinden beleggers, zowel institutionele als particuliere, geen alternatief voor hun cash. Of het zouden zaken als goud en risicovollere bonds moeten zijn, welke ook effectief aan populariteit winnen.
Er is geen (of weinig) alternatief om nog enig rendement te halen. De opportuniteitskost van cash (inflatie en vaak negatieve rente) vreet aan het vermogen en misschien rechtvaardigt dit wel de duurdere markten. Het lijkt er bovendien niet op dat er gauw iets zal veranderen aan het lage renteklimaat. De centrale banken zijn op hun hoede voor een recessie, voor de Brexit, voor de handelsperikelen, de hoge schulden (een belangrijk gevaar!!), het coronavirus (wie zal het zeggen), … en houden de economie liever nog wat aan hun infuus.
Te duur?
Maar de markten zijn niet meer goedkoop, dat is een feit. Zijn ze dan pokkeduur? Neen, dat ook weer niet.
Het opwaarts potentieel lijkt nu wel voor een groot deel verdwenen, anderzijds staan er nog steeds heel wat kopers paraat.
Als we kijken naar parameters als de bekende koers-winstverhouding zitten we boven de historische gemiddelden. Echter, historisch hoge koers-winstverhoudingen, die in het verleden vaak de voorbode waren voor crashes, zien we ook weer niet, afgezien van specifieke bedrijven uiteraard. En zoals ik hierboven al zei, misschien rechtvaardigt ‘TINA’ wel structureel duurdere markten.
Foto: AP Photo/Richard Drew